Zieke werknemer: alle tijd voor vakantie?

11 juli 2024 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Alom bekend: ook tijdens ziekte bouwt een werknemer gewoon wettelijke vakantiedagen op. Dit is door het Europese Hof van Justitie bepaald in het Schultz-Hoff-arrest van 20 januari 2009.

In principe vervallen de wettelijke vakantiedagen zes maanden na het kalenderjaar waarin de werknemer de vakantiedagen heeft opgebouwd. De vervaltermijn geldt niet, als de werknemer ‘redelijkerwijs’ niet in de gelegenheid is geweest deze op te nemen. Dit is een situatie die de werknemer aannemelijk moet maken. Daarbij kan worden gedacht aan situaties dat een werknemer gedurende het hele opbouwjaar volledig arbeidsongeschikt is geweest en dus niet in staat is geweest de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Dit is een strikte norm, want in principe kunnen alleen werknemers die geen re-integratieverplichtingen hebben (zgn. ‘geen benutbare mogelijkheden’) claimen dat de vervaltermijn niet geldt (zie ook hierna).

Let op!

Los van situaties waarin de werknemer redelijkerwijze niet in staat is de wettelijke vakantiedagen op te nemen, volgt uit een andere Europees arrest, Max-Planck, dat vakantieaanspraken niet kunnen vervallen als een werkgever niet aan zijn ‘informatie- en inspanningsplicht; heeft voldaan. De werkgever moet er namelijk voor zorgen dat een werknemer daadwerkelijk in staat wordt gesteld zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen en de werknemer desnoods ertoe aan te zetten de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Ook rust er op de werkgever een informatieplicht de werknemer te informeren dat niet-opgenomen vakantiedagen komen te vervallen. Als de werkgever dat niet doet, dan geldt de wettelijke vervaltermijn niet. Een behoorlijk risico dus voor werkgevers, zeker bij zieke werknemers. Werkgevers vergeten nogal eens de zieke werknemer ertoe aan te sporen de wettelijke vakantiedagen op te nemen en hen te informeren over het verval daarvan indien de vakantiedagen niet tijdig worden opgenomen.

Dit risico werd onlangs nog eens bevestigd door de kantonrechter Nijmegen (ECLI:NL:RBGEL:2024:3780), maar in diezelfde uitspraak constateert de kantonrechter -terecht- een ander belangrijk risico ten aanzien van de opbouw van vakantiedagen van zieke werknemers. In het Nederlandse systeem is het namelijk zo dat de opbouw van vakantiedagen is gekoppeld aan loon, maar die koppeling is in strijd met de Europese Richtlijn, waar de wetgever aan zet is:

“(…)Anders dan werknemer stelt heeft hij geen vakantiedagen opgebouwd over het derde ziektejaar tot einde dienstverband, dus van 23 oktober 2022 tot en met 4 juni 2023. Vakantiedagen worden alleen opgebouwd over de arbeidsduur waarover hij loon ontvangt (artikel 7:634 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). Werknemer had na einde wachttijd, per 23 oktober 2022, geen aanspraak meer op loon. Dus heeft hij gelet op het bepaalde in artikel 7:634 BW geen vakantiedagen meer opgebouwd en daarom wordt zijn vordering tot uitbetaling van niet-genoten dagen over de periode na 23 oktober 2022 afgewezen. In de literatuur1 is terecht opgemerkt dat artikel 7:634 BW in strijd is met artikel 7 lid 1 Richtlijn 2003/88/EG en rechtspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJ EU). Hoezeer de Nederlandse rechter gehouden is tot richtlijnconforme interpretatie als het gaat om wettelijke bepalingen waarmee Europese richtlijnen zijn geïncorporeerd in de Nederlandse wetgeving, is dat hier onmogelijk. Artikel 7:634 BW biedt geen ruimte voor interpretatie. Het artikel is duidelijk, maar wel in strijd met de Europese richtlijn als hiervoor genoemd. Gelet op de tekst van artikel 7:634 BW en de wetsgeschiedenis bij dat artikel, valt een werknemer die in zijn derde ziektejaar zit niet onder het bereik van artikel 7:635 BW. Hier ligt een taak voor de wetgever.(…)”

Met de vakantieperiode voor de deur nog maar eens een waarschuwing aan werkgevers werknemers daadwerkelijk in staat te stellen hun vakantiedagen op te nemen, maar ook rekening te houden met slapende dienstverbanden van langdurig zieken, hier schuilt een risico, blijkt wel uit de overweging van de kantonrechter te Nijmegen! 

Fijne vakantie…

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2024:3780

Gerelateerde artikelen